Adrianus van Duijn gebruikte de mal van zijn vader Hendrik
door Aad Kleijweg
In PKN nummer 50 staat een artikel van Ruud Stam en Freek Mayenburg getiteld "Een stort van Adrianus van Duijn". In dit artikel worden verschillende pijpjes beschreven die door Adrianus van Duijn zijn gemaakt met het hielmerk 65 gekroond. Uit deze stortvondst die in 1989 in de Goudse Hout is gedaan is één pijpenkop in mijn verzameling terechtgekomen waar ik nader op in wil gaan. Het is een pijp met de datering 1835.
Verder zien we op de linkerzijde van de ketel een driemaster in een medaillon afgebeeld. Op de rechterzijde van de ketel zien we Neptunus in een strijdwagen getrokken door twee paarden met in zijn rechterhand de drietand, boven Neptunus zien we een engeltje vliegen met in haar hand een trompet eveneens geplaatst in een medaillon. Boven de medaillons zien we guirlandes van bloemen. De tekst rond het schip luidt BLOEIENDE SCHEEPVAART en rond Neptunus LEVE KOOPHANDEL EN ZEEVAART. Aan de voorzijde van de ketel staat het wapen van Gouda met daaronder de datering 1835. In deze stort zijn van deze pijp meerdere exemplaren gevonden die gemaakt zijn van de gebruikelijke witte pijpaarde, maar er zijn ook zwarte en rode exemplaren gevonden, allen voorzien van het hielmerk 65 gekroond. Adrianus van Duijn is geboren in het jaar 1813 en is zelfstandig pijpen gaan maken op zijn achtentwintigste in het jaar 1841. Zolang ik de pijpenkop met de datering 1835 in mijn verzameling heb intrigeerde het mij waarom Adrianus van Duijn deze pijp in zijn assortiment had terwijl hij pas in 1841 begon met pijpen te maken.
Onlangs werd voor mij deze vraag opgehelderd toen ik in het bezit kwam van een pijpenkop die gevonden is in stortgrond die afkomstig was van het Rokin in Amsterdam. Deze pijpenkop draagt exact dezelfde decoratie met dat verschil dat het hielmerk "De Koorddanser" op het hieltje staat. Vergelijken we de twee pijpenkoppen dan lijkt het erop dat ze uit dezelfde mal gemaakt zijn. Ze hebben namelijk dezelfde slijtage en het bijmerk en vormmerk zitten op exact dezelfde plek. Nagekeken in de boeken was het merk "De koorddanser" in 1835 in gebruik van Hendrik van Duijn. Hendrik van Duijn heeft pijpen gemaakt van 1813 tot 1850. De vraag werpt zich nu op: wat is de verhouding van Hendrik van Duijn ten opzichte van Adrianus van Duijn. Dit antwoord vond ik in Pijpelijntje nummer 2 van jaargang X in het artikel "Het Goudse kleinbedrijf in de negentiende eeuw" geschreven door Don Duco.
In dit artikel staat vermeld dat Adrianus van Duijn de tweede zoon van Hendrik van Duijn en Adriana Kurver was. Adrianus van Duijn was dus de zoon van Hendrik van Duijn. De pijp hier afgebeeld is gemaakt door Hendrik van Duijn uit een mal die hij waarschijnlijk in 1835 heeft laten maken. Later na 1841 leende Adrianus van Duijn deze mal van zijn vader of nam de mal over van zijn vader toen deze in 1850 was gestopt met pijpen maken. Adrianus plaatste er dan zijn eigen merk "De gekroonde 65" op. Voor mij is het nu duidelijk waarom Adrianus van Duijn een pijp in zijn assortiment had met de datering 1835 terwijl hij in 1841 begon met pijpen maken.
1a. Aad Kleijweg Kleipijp 312
1b. Amsterdam Rokin
2a. Ovoide
2b. Driemaster / Neptunus in strijdwagen. BLOEIENDE SCHEEPVAART / LEVE KOOPHANDEL EN ZEEVAART Wapen van Gouda met datering 1835
2c. Wapen van Gouda / Stip
2d. Koorddanser
2e. Ongeglaasd
2f. Gebotterd
2g. Geen radering rondom de ketelrand
2h. -
3a. -
3b. -
3c. -
4. Vanaf 1835. Gouda
6. Hendrik van Duijn
7.