Willem Ketel
Willem Ketel ± 1630-1660
Willem Ketel was pijpenmaker in Delft en actief gedurende het tweede en derde kwart van de 17e eeuw. In 1646 werd hij vermeld in het Poorterboek, maar hij moet al eerder als pijpenmaker actief zijn geweest, evenals als soldaat. Zeker in 1638 was hij werkzaam, aangezien in datzelfde jaar Tonis Davidtsz als zijn knecht werd genoemd.
In 1643 trouwde Willem Ketel (weduwnaar) met Aeltje Corstiaens. Zij woonden aan het Zuideinde, bij de Comen Ettenpoort, naast het slop De Ham en de Coolevest. Aeltje overleed in 1664, waarna Willem op de Coolevest woonachtig was. Kort na het overlijden van Aeltje trouwde Willem met Anna van Hexam, afkomstig uit Den Haag. Zij kwam echter al na korte tijd te overlijden, in 1668. Op dat moment woonde Willem op het Rietveld.
Pijpjes met het hielmerk WK-monogram worden aan Willem Ketel toegeschreven. Mogelijk heeft hij ook het merk de Gekroonde Roos gebruikt. In het archief van Delft staat vermeld dat hij enige tijd woonde in de Jan Snollenpoort, een smalle poort van het Achterom naar de Asvest. Het is echter niet geheel duidelijk in welke periode van zijn werkzame leven dat was. Willem overleed in 1676 en werd begraven in de Nieuwe Kerk.
Bekijk 750 met het hielmerk monogram WK
Bekijk 751 met het hielmerk monogram WK
Bekijk 1072 met het hielmerk WK monogram
Bekijk 1088 met het hielmerk WK monogram
Bekijk 1123 met het hielmerk WK monogram
Bekijk 1124 met het hielmerk WK monogram gekroond
Bekijk 1156 met het hielmerk WK monogram
Bekijk D-1333 met het hielmerk WK monogram
Bekijk 1929 met het hielmerk WK monogram. Vier lelies in ruit als steel versiering
Bekijk 1930 met het hielmerk WK monogram. Radering als steelversiering
Bekijk D-5911 met het hielmerk WK monogram. Radering als steelversiering
Bekijk D-5912 met het hielmerk WK monogram. Lelie in ruit op de steel
Alle pijpjes onder afgebeeld komen van één vindplaats in Delft. Beerput op de Asvest
Kleiring fragmenten gevonden in een Delftse beerput
D-2670 | D-2671 | D-2672 | D-2673 | D-2674 | D-2675 |
D-2676 | D-2677 | D-394 | D-2678 | D-2679 |
Willem Ketel was a pipe maker in Delft, active during the second and third quarters of the 17th century. In 1646, he was mentioned in the Poorterboek (Citizens' Register), but he must have been active as a pipe maker earlier, as well as serving as a soldier. By 1638, he was certainly working, as Tonis Davidtsz was recorded as his apprentice that same year.
In 1643, Willem Ketel (a widower) married Aeltje Corstiaens. They lived on the Zuideinde near the Comen Ettenpoort, adjacent to the alley De Ham and the Coolevest. Aeltje passed away in 1664, after which Willem resided on the Coolevest. Shortly after Aeltje's death, Willem married Anna van Hexam, originally from The Hague. However, Anna passed away after a short time, in 1668, by which time Willem was living on the Rietveld.
Pipes with the heel mark "WK" monogram are attributed to Willem Ketel, and he may have also used the "Gekroonde Roos" (Crowned Rose) mark. Delft archives note that he lived for a time in the Jan Snollenpoort, a narrow passage from Achterom to Asvest, although it is unclear during which period of his working life this occurred. Willem died in 1676 and was buried in the Nieuwe Kerk.
Bron: Jan van Oostveen "Tabakshandelaren en tabakspijpenmakers in Delft (1600 - 1813)"
Blz. 17,18. 3.16 Ketel, Willem
Blz. 34. Afb. 48, 49.
Blz. 35. Afb. 50, 51.
Blz. 40.